Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Wie [25]stenen [26]wegdraagt, [27]zal smart daardoor lijden; wie hout klieft, zal daardoor [28]in gevaar zijn. 25. Te weten grote stenen, die hem te zwaar zijn om te verroeren. Anders: de stenen die zijn nabuurs landpalen van de zijne onderscheiden om alzo zijn akker te vergroten. Zie Deut.27:17. 26. Of, verzet. 27. De zin is: Gelijk degenen, die zware stenen verheffen of verwentelen, of van de ene plaats tot de andere dragen, zware arbeid doen, alzo hebben alle ambten en bedieningen hun zwarigheid. 28. Alzo dat hij in het klieven zijn hand of voet of een ander lid van zijn lichaam lichtelijk zal kwetsen of bezeren. Anders: hij zal daardoor warm worden. In deze betekenis wordt het Hebreeuwse woord genomen, 1 Kon.1:2. De zin is: Zwaarwichtige zaken worden niet uitgevoerd dan met grote moeite, veel zweet en zwarigheid.